Welkom in de FEDA Kennisbank

Zoek of selecteer hieronder

Concurrentiestrategie- en krachten


Twee centrale vragen liggen ten grondslag aan de keuze voor een concurrentiestrategie. De eerste betreft de aantrekkelijkheid van bedrijfstakken voor winstgevendheid op lange termijn en de factoren die deze bepalen. Niet alle bedrijfstakken bieden gelijke mogelijkheden voor blijvende winstgevendheid.

De tweede belangrijke vraag bij concurrentiestrategie heeft betrekking op de bepalende factoren van de relatieve concurrentiepositie binnen een bedrijfstak. In de  meeste bedrijfstakken zijn sommige bedrijven veel winstgevender dan andere, ongeacht wat de gemiddelde winstgevendheid van de bedrijfstak is.

Vijfkrachtenmodel

Een concurrentiestrategie moet voortkomen uit kennis van de concurrentieregels die de aantrekkelijkheid van een bedrijfstak bepalen. Het uiteindelijke doel van een concurrentiestrategie is het omgaan met die ‘regels’, en het uiteindelijk veranderen daarvan. In elke bedrijfstak zijn de concurrentieregels te vangen in vijf concurrentiekrachten:

  1. Bedreiging van nieuwe toetreders
  2. Bedreiging van substituutproducten of -diensten
  3. Onderhandelingspositie van afnemers
  4. Onderhandelingspositie van leveranciers
  5. Rivaliteit tussen bestaande organisaties

De gezamenlijke sterkte van deze vijf concurrentiekrachten bepalen het vermogen van bedrijven in een bedrijfstak om meer of minder winst te kunnen maken. Door de aard en invloed van deze vijf concurrerende krachten te onderzoeken en in kaart te brengen, kan een ondernemer een goed beeld krijgen van de situatie in de bedrijfstak waar hij met zijn product-marktcombinatie actief is. Ook biedt het vijfkrachtenmodel een goed beeld van de kansen en bedreigingen, en vormt daarmee input voor de SWOT-analyse.

Bron: Michael Porter, Competitive Advantage